Johanna Steijlen |

Auteur: Marie Thérèse ter Haar
Voorwoord: Prof. dr. Karel van Wolferen
Uitgever De Blauwe Tijger (2017);

Het boek telt 132 bladzijden, inclusief een lijst met aanbevolen literatuur en websites, ter bevestiging van de bewezen feiten genoemd in dit boek

Johanna Steijlen, lid van de WFBN, maakte deze samenvatting. Haar bezoek in mei 2022 aan Marie-Thérèse ter Haar op het kantoor van de Ruslandacademie gaf de aanzet daarvoor.

Marie-Thérèse ter Haar is Ruslanddeskundige en oprichter van de Rusland & Oost-Europa Academie. Zij heeft in haar leven gewoond, gewerkt en gestudeerd in Nederland, Rusland en Oekraïne. Zij spreekt deze talen vloeiend en ze is een subliem vertolkster van vooral de Russische cultuur. Eigenlijk kun je pas meepraten over een land en er een boek over schrijven, als je het oerwezen van een volksaard hebt beleefd door tussen en met de mensen aldaar te leven.

De WFBN heeft Marie-Thérèse in het lopende begin van de jaren 2000, meerdere malen uitgenodigd om ons bij te praten en te informeren over de bijzondere ontwikkelingen die in Rusland plaatsvonden.

Mevrouw Ter Haar is een bevlogen dienstbare medewerkster op weg naar een nieuwe Wereldorde, met daarin een speciale missie om Rusland en de Oost-Europese landen te integreren met de West-Europese landen. Zij schrijft en zegt zij met volle overtuiging: “Rusland hoort bij Europa; wij hebben elkaar nodig om de verdere mondiale wereld naar vrede en welvaart te leiden”. Haar grote kennis en doorleefde ervaringen zijn van grootse waarden en zij brengt die in in de evolutieprocessen speciaal voor de transmissie van Europa. Haar motto is dan ook: “oorlogen lossen niets op en versterken de haat en macht – maar in dialoog gaan, blijven praten, onderhandelen tot de laatste tegenstander overtuigd is”. Gezien de huidige escalatie / inval van Rusland in Oekraïne, roept Marie Thérèse haar lezers en toehoorders op de ‘andere kant van het verhaal’ objectief te onderzoeken. Vooral de rol van de politiek en journalistiek, van beide kanten, is niet objectief, maar propagandistisch en misleidend.

De eerste bladzijde in haar boek begint met een uitspraak van Homerus: “Gebrek aan kennis is de bron van alle kwaad”. Enkele passages uit haar boek wil ik bij deze onze lezers aanbieden; niet om direct een mening te vormen maar om eerst wetenschappelijk, diep na te denken over de inhoud van het boek dat ons veel indringende informatie doet toekomen, en waar we wellicht nog geen weet van hadden en hebben! Elk gevolg heeft namelijk een dieper liggende oorzaak. Elke uitbarsting van geweld – ook individueel – en van elke oorlog, vindt zijn oorzaak vaak ver terug in een onopgelost conflict; een conflict dat rechten van mensen, organisaties en naties negeert. Dergelijke onopgeloste conflicten worden brandhaarden die – zonder stappen te ondernemen om ‘oud onrecht’ te herkennen en op te lossen – eens zal ontploffen. De direct verantwoordelijken voor de uitbraak van geweld worden dan aan de schandpaal genageld, maar de veroorzakers blijven buiten spel! Daarom pleit Marie Thérèse ervoor (en ook Homerus heeft gelijk) – onderzoek via de juiste weg naar de ultieme kennis.

De inleiding begint met de quote: “Het geheim van politiek bedrijven in Europa? Sluit een goed verdrag met Rusland” – Otto von Bismarck.

In 1991, bijna 75 jaar nadat Lenin de eerste communistische staat ter wereld had uitgeroepen, hield de USSR op te bestaan. Het kapitalisme had uiteindelijk toch gezegevierd over het communisme en de ‘vrije markt’ en ‘democratie’ werden overal in Rusland gepredikt. De grootschalige import van gangbare westerse ideeën in Rusland en Oekraïne en vele andere voormalige Sovjetrepublieken leidde echter niet tot vrijheid en welvaart voor de bevolking, maar tot een soort – door de maffia geregeerde – samenleving, waarin vanzelfsprekende sociale zekerheden als sneeuw voor de zon verdwenen. Aanvankelijk leek er na de val van het communisme een nieuwe wereldorde te ontstaan waarin de spanningen tussen Oost en West niet langer de wereldpolitiek zouden bepalen. Maar de laatste jaren nemen de spanningen juist weer toe en wordt Rusland in het Westen vaak afgeschilderd als de agressor. Hoe heeft het zover kunnen komen? Is alles echt zo zwart-wit als de media en de politiek ons willen doen geloven? De propagandamachine in het Westen kwam op gang en het was schokkend om te zien hoe feiten verdraaid werden. Belangrijke zaken werden weggelaten en alles met een ‘westerse pet’ op beoordeeld. Over het algemeen vormen de Duitse media een positieve uitzondering als het gaat om genuanceerde berichtgeving over Rusland. De Duitsers zetten onder andere vraagtekens bij de geopolitieke koers en de onstuitbare uitbreidingsdrang van de EU en bij de vraag of de EU niet te ver is gegaan door Oekraïne binnen de Europese invloedsfeer te halen zonder Rusland en de Russische belangen hierin te kennen. Oud- kanselier Helmut Schmidt uitte al eerder felle kritiek op de eenzijdige visie van de Europese Commissie op Rusland. Volker Ruhe, voormalig minister van defensie en lid van het European Leadership Network (een denktank van oud-ministers uit diverse Europese landen), sprak eveneens zijn zorgen uit over het oorlogsgevaar dat op ons af kan komen. Hij erkende dat er niet voldoende communicatie is geweest tussen de Russen en de NAVO, ook over alle ‘bevroren’ conflicten zoals in Transnistrië, Moldavië en Abchazië. Directe militaire confrontaties (dit zei hij vóór 2017!) zijn heel goed denkbaar en kunnen zelfs leiden tot een oorlog met kernwapens. Bij de NAVO-top in Juli 2016 in Warschau werd tot een forse militaire uitbreiding besloten in Oost-Europa. Secretaris-generaal Stoltenberg sprak op de eerste dag de volgende woorden: “De beste verdediging van het NAVO-bondgenootschap is door Rusland permanent te dreigen met een nucleaire oorlog, door ervoor te zorgen dat elk lokaal conflict waarbij Rusland betrokken is in Oost-Europa onmiddellijk wordt omgezet in een alomvattend conflict tussen Rusland en de hele NAVO. Michael Gorbatsjov reageerde hierop via de Russische televisie: NAVO-leiders spreken alleen maar over defensie, over verdediging, maar eigenlijk zijn ze bezig met de voorbereiding van offensieve operaties. Al die retoriek in Warschau heeft geen ander doel dan de oorlog te verklaren aan Rusland. Met de opkomst van nieuwe wereldeconomieën is het des te belangrijker dat de spanning tussen het Westen en Rusland afneemt. Ook wij westerse ‘zendelingen’, hebben boter op ons hoofd door alles met de ‘westerse pet’ op te beoordelen. Welke kansen we de afgelopen jaren hebben laten liggen om nader tot Rusland te komen, wordt in dit boek uitgebreid besproken. We hadden Rusland veel meer in de dialoog en in de NAVO kunnen betrekken. We hadden een sterker EU-blok kunnen hebben met een aparte status voor Rusland binnen de Europees christelijke wereld. Rusland heeft meer gelijkenissen met de westerse wereld dan we over het algemeen denken. Rusland is geen China, India, Azië of een islamitisch land. Rusland is een oud christelijk land met traditioneel veel banden met Europa. De VS en de EU hebben Rusland de laatste decennia te vaak gepasseerd en mede hierdoor zijn we in zo’n ‘Koude-Oorlogssfeer’ beland, en ondertussen richt Rusland zijn blik op het Oosten. Het Kremlin richt zich op China, de Aziatische wereld, de BRICS-landen (de opkomende economieën Brazilië, India, China en Zuid-Afrika). Echter, om alle brandhaarden in de wereld meester te worden, hebben Rusland en het Westen elkaar nodig.

De jaren negentig: maffiadictatuur

Terwijl wij in de jaren negentig juichten omdat Rusland eindelijk bevrijd was van het communisme, eindelijk een democratisch land zou kunnen worden met een markteconomie naar westers voorbeeld, was de Russische realiteit in die jaren heel wat minder rooskleurig. In werkelijkheid maakte de maffia in Rusland de dienst uit; criminaliteit en wetteloosheid vierden hoogtij in een land dat op een haar na failliet was. En wat betekenen vrijheid en democratie als je geen baan, eten, onderwijs of medische zorg meer hebt, als elk gevoel van veiligheid verdwenen is? In plaats van de communistische partijtop bepaalden prostituees, aids, zwerfkinderen, bandieten en oligarchen die het land bestuurden, het maatschappelijk beeld. De democratie ontaardde, in naam van een dronken Jeltsin, in een criminele bende. Het was voor de meeste Russen de chaos ten top, een wildwest-situatie, een land van God los, waardoor veel gedupeerden alleen nog maar verlangden naar wat stabiliteit en veiligheid, en naar fatsoenlijke normen en waarden. Er waren geen politieke of economische instanties waar je je recht kon halen en het eigendomsrecht gold alleen voor de allerrijksten. Ik weet nog goed – schrijft Marie Thérèse – hoe miljoenen Russen toen uit hun woningen konden worden gezet. De staat was niet langer eigenaar en de eerste onroerend goed-maffiosi konden hun slag slaan. Russen herinneren zich deze periode niet als ‘privatisering’ maar als ‘piratisering’. Er was geen politie meer die je kon beschermen; die zat namelijk onbetaald thuis. Tevens werden de eerste winkeliers belaagd door ‘krisja-mannen’, die een groot percentage van de winst eisten. Gaf je dat niet, dan vloog je kiosk of winkel in brand. Je recht halen bij een rechtbank of andere instanties kon nauwelijks nog. Ziekenhuizen functioneerden niet meer omdat er geen verwarming of apparatuur was. Scholen werden gesloten omdat de docenten geen loon meer ontvingen. Huwelijken hielden moeilijk stand door alle spanningen en er waren duizenden kinderen die op straat hun toevlucht zochten.

De allerrijksten uit die tijd worden in Rusland de oligarchen genoemd. Zij kregen voor een habbekrats in tien jaar alle oliebronnen en gasvelden in hun bezit en ook een groot deel van de banken, industrie en onroerendgoedsector. Daarnaast kregen zij in deze Jeltsinjaren vrijwel alle politieke macht. De herverkiezing van Jeltsin in 1996 werd gefinancierd door de oligarchen en westerse belanghebbenden in Rusland. Zij hielpen Jeltsin nog eens vier jaar in het zadel en in ruil hiervoor eisten zij de zeggenschap over alle economische kroonjuwelen van de staat (olie, gas enz.). De Russen spreken in dit verband over de ‘grootste roof aller tijden’. Zij nemen het Jeltsin erg kwalijk dat deze oligarchen zich zo extreem konden verrijken en dat de gemiddelde burger tot diepe armoede was vervallen.

Een belangrijke reden voor het westerse onbegrip ten opzichte van Rusland anno 2017 is dat wij te weinig kennis hebben van die – voor de Russen – traumatische wildwestperiode, met alle bijkomende schrijnende toestanden. Dit gebrek aan (historische) kennis weerhoudt ons er echter niet van om volop met ons oordeel klaar te staan over zaken die in Rusland nog niet geregeld zijn zoals wij vinden dat het hoort.

Na Jeltsin nam in het jaar 2000 Vladimir Poetin het stokje over; een sterke leider die zorgde voor orde en stabiliteit. De staatsfinanciën werden op orde gebracht, een nieuw belastingstelsel ging functioneren en er werd een begin gemaakt met het innen van achterstallige belastinggeld bij de in Rusland gebleven oligarchen. Uit de staatskas werden als eerste de lonen en pensioenen weet betaald. De scholen en ziekenhuizen gingen weer functioneren en de politie verscheen weer in het straatbeeld. De maffia die winkeliers afperste, kregen strenge straffen in het vooruitzicht gesteld en er werd hard gewerkt aan een nieuwe politieke en economische institutionele structuur. Zelfs het IMF schreef de verbeteringen toe aan een goed macro-economisch beleid. Met nog veel meer maatschappelijk positieve ontwikkelingen, kregen over het algemeen, de Russen een beter leven. Weliswaar werd een al te vrije democratie aan banden gelegd en er werd een geleide democratie ingevoerd, maar daar zaten de meeste Russen in die tijd niet zo mee. In de wildwestjaren hadden ze wel genoeg ‘democratie’ gehad, vonden zij. Er ontstond, voor het eerst in de Russische geschiedenis, een echte middenklasse. De Rus kreeg voor het eerst de kans om een auto of keuken te kopen. Veel Russen zijn dan ook van mening dat een democratisch systeem voorlopig niet geschikt is voor hun land. Daarbij speelt ook mee dat het laten horen van je stem via politieke partijen, voor de Russen iets onbekends was en vaak nog is. In de Russische volksaard is diep geworteld dat je de tsaar of president makkelijk de schuld kunt geven van je misère en dat je hem dankbaar kunt zijn in goede tijden. Zo normaal als wij het vinden om over politiek en verkiezingsprogramma’s te praten, zo vreemd is dat voor de meeste Russen. Het hele democratisch stelsel staat in Rusland nog in de kinderschoenen! Wel is het zo dat in de twee grote steden, Moskou en St.Petersburg, de jongere generatie al een flink eind op weg is de liberale normen te omarmen.

En wat betreft de corruptie in Rusland en in de hele wereld, schrijft Marie Thérèse – zolang er nog hebzucht zit in de mens en zo ook in ons kleine landje Nederland, is het bestrijden ervan een kwestie van een ‘lange adem’ hebben. In het immens grote Rusland waar nog duizenden dingen gedaan moeten worden en waar corruptie onderdeel is van het leven van alledag, zal het nog een hele klus zijn om de corruptie te verbannen – maar er is de afgelopen tien jaar wel een begin met die strijd gemaakt.

Tot slot van deze samenvatting laat ik oud-president Gorbatsjov aan het woord (bladzijde 129 uit het boek). Op 9 November 2014, bij de herdenking van de val van de muur in Berlijn, waarschuwde hij voor een nieuwe Koude Oorlog en hij bekritiseerde de westerse sancties tegen Rusland. Hij zei dat het Westen daarmee alle vooruitgang van de afgelopen vijfentwintig jaar op het spel zet en dat het Westen misbruik heeft gemaakt van de verzwakte positie van Rusland.

In Rusland zelf liet Gorbatsjov de laatste jaren meerdere malen van zich horen. Eén van zijn televisietoespraken ging over zijn diepe teleurstelling in de Westerse leiders, die hem 25 jaar geleden hadden verzekerd dat er in Europa ‘meerdere kamers’ waren. Een andere toespraak ging over zijn bitterheid over de NAVO-uitbreiding. Hij bleef herhalen dat het Westen hem destijds de garantie had gegeven dat de NAVO niet verder zou uitbreiden als Oost- en West-Duitsland weer verenigd zouden worden. In sommige westerse media konden we lezen dat deze opmerking ‘kul’ was, maar feit is wel dat er door het Westen ook heel veel andere conr